Stille zaterdag
Nooit is het stiller dan wanneer je afscheid hebt moeten nemen van een geliefde. De drukte die het regelen van een begrafenis of crematie met zich meebracht is voorbij en de harde realiteit begint zich aan je op te dringen. De stilte is zoveel anders dan daarvoor.
Vandaag, precies een week nadat ik afscheid moest nemen van mijn vader, is het Stille Zaterdag. Het lichaam van Jezus is al van het kruis gehaald, gebalsemd en begraven. Onze aandacht gaat in de Paastijd als vanzelf uit naar de vrolijke kant ervan, maar vandaag had ik er behoefte aan om daar nog even niet op vooruit te lopen. Daarom een gedicht over Stille Zaterdag.
‘Het is volbracht!’
Vol ontzag
hebben we je lieve
doorleefde lichaam
gebalsemd,
gewreven en gewikkeld
in doeken van vlas.
We geven
wat er over is
van wie je was
terug aan moeder aarde.
Een steen rolt
voor mijn maag,
mijn denken
Is vertraagd,
mijn hart klopt
opgejaagd.
Vandaag hoor ik de klokken zwijgen
en staat mijn wereld angstaanjagend stil.
Ik zal mijn herinneringen aan jou
nu aaneen moeten rijgen
terwijl een stem van binnen gilt:
‘dit is niet wat ik kan, dit is niet wat ik wil!’
Ik sla mijn handen
voor mijn vochtige gezicht.
Pas nog hebben ze - warm en vertrouwd -
in die van jou gelegen.
Wat hebben ze veel gegeven…
Wat was jij voor mij een zegen…
Mijn handpalmenhuid ademt
de zware mirregeurolie weer uit.
Terwijl ik zonder geluid
om jou rouw
helen alleen de bittere kruiden mijn hart,
dat nu meer dan ooit van je houdt. Netty Hengeveld
Volgens de Joodse mystiek is het goed om niet te snel aan het bittere voorbij te gaan. Maria, de moeder van Jezus, wier naam ‘bitterheid’ betekent, heeft daarvan geweten toen haar zoon een wrede dood moest sterven. Ongekend groot zal haar lijden zijn geweest.
Volgens de evangeliën was Jezus vaak rond de olijfberg te vinden. Rond de plek van de bittere vrucht. Maar op Goede Vrijdag ging hij naar Gethsemane. ‘Oliepers’ betekent dat. Daar werden de bittere olijven geperst tot heilzame olie voor een ieder.
Het doorleven van het bittere hoort bij het leven. Maar er zijn maar weinig mensen die dat ook werkelijk kunnen. Mijn vader kon dat. Vanaf de diagnose darmkanker, een jaar geleden, is hij nooit opstandig geweest tegenover God of het lot. Van begin afaan zei hij “’t Kump goed. Ok at ’t niet goed kump, kump ’t goed.” Niet eerder heb ik de boodschap van Pasen op die manier beluisterd. Het klinkt mij troostend in de oren.
Ik wens u allen gezegende Paasdagen toe!
Netty Hengeveld